Gisteren was in Gouda het Open Schaakkampioenschap van Gouda. Als inwoner van deze stad en vers (dubbel)lid moest ik hier natuurlijk bij zijn. Ik trof er diverse bekenden uit bijvoorbeeld Oudewater, maar ook was er aan de top een heel sterk deelnemersveld. Benjamin Bok, Vladimir Epishin, Dimitri Reinderman en vele anderen. En, er was zelfs een wereldkampioen!
Wat? Carlsen in Gouda? Of een van de vorige wereldkampioenen misschien? Anand, Kasparov, of misschien Ponomariov? (Kent u de lijst met wereldkampioenen uit uw hoofd?) Nee, helaas. Of het budget niet toereikend genoeg was, of het netwerk van de organisator, ik weet het niet. Misschien had de organisatie ook niet die ambitie (wel leuk voor een volgende keer), het toernooi claimt nu ook al het grootste eendaagse toernooi van Nederland te zijn.
We moeten het op ander sportvlak zoeken voor deze mistery guest. Het was zelfs een Nederlands wereldkampioen. Hoeveel hebben we er daar helemaal van? Best veel eigenlijk, als je zo eens wat gaat rondneuzen op internet. Ik zou er meerdere herkennen denk ik: Joop Zoetemelk, Jan Raas, Inge de Bruijn, Marcel Wouda, Dennis van der Geest, Sven Kramer, om maar enkele favoriete sporters te noemen. Geen idee of deze mensen ook op een beetje een indrukwekkende manier met houten poppetjes kunnen schuiven.
Maar deze man heeft me verslagen, zonder dat ik wist van zijn achtergrond. Een redelijk normale partij, gelijk opgaand, die ik aan het eind -zoals meerdere van mijn partijen deze dag- volledig weggaf waar een remise tot dan toe de meest verwachte uitslag was:
Wit aan zet speelt hier de zet Dd4. De gedachtenkronkels zijn al redelijk misvormd door eerdere gebeurtenissen in de partij en niet alle kronkels zijn nog even objectief en juist. “Aj, niet uit de penning gelopen”, bedenk ik me. En ja hoor, zwart speelt Td6. Dag toren! Ontevreden geef ik mijn tegenstander de welverdiende hand. Pas later in de analyse zie ik dat ik nog eeuwig schaak tot mijn beschikking heb, Dh8+, Ka7, Dd4+. Ook b6 helpt dan niet omdat ik via Dg7+ verder kan met de schaakjes. Bij tussenplaatsing van een stuk ben ik van mijn penningsprobleem af.
De man die hier op deze manier een punt van mij kreeg was Huidji See. Wie? Juist, dat dacht ik ook. Deze man blijkt een goed (pool)biljarter te zijn en reist de wereld over als professional. In 2011 werd hij zelfs wereldkampioen in de discipline 10-ball! Een gesprek later bij de bar leerde mij de achtergrond van deze man en hij vertelde wat van zijn interessante verhaal. Volgende week mocht ‘ie weer voor een toernooi naar Amerika en op de Filipijnen wordt hij op straat herkend. Hier in Nederland kan hij vrij over straat, zonder dat ook maar iemand omkijkt… Tot slot nog even een stukje moraal: kijk uit met wat je zegt tijdens de introductiepraatjes bij een externe match. We mogen dan spelen in de biljartzaal, maar bied niet zomaar iedere tegenstander aan dat we er wel om zullen biljarten als we er op het bord niet uitkomen!