in de SOS-competitie restte ons deze ronde niets dan de koplopers te achtervolgen, na een keer verloren en een keer gelijk gespeeld te hebben. Dinsdag 14 januari togen we daarom naar Zeist. De opstelling werd dit keer weer zeer zorgvuldig opgesteld, met een iets andere achterliggende gedachte, maar hetzelfde doel: winnen!
En dus, daarom, aan bord 1, de trekker van ons team op dit moment. De man in vorm. De 2200-er in thuisschakerskleren. De kunsten van Selman Ercan konden deze avond worden aanschouwd, in optima forma. Hij rookte zijn tegenstander uit zijn hol met een Grieks offer, waarna de koning midden op het bord terecht kwam, terwijl de hulptroepen nog lusteloos opgesteld stonden in een verre uithoek.
Aan bord 2, het geheime wapen. Ed Oosterlaken ingezet als supersub, welke club heeft die luxe? Ed kwam geweldig uit de opening, waarna zijn tegenstander vooral zichzelf in de nesten leek te werken. Ed zijn stukken vonden de natuurlijke weg naar de overwinning, waardoor hij nu 2 uit 2 scoort.
Nog een korte zin tussendoor, die je niet veel zult lezen: Sten Goes verliest roemloos.
Bord 4 toonde spektakel. Vooral achteraf bij het invoeren van de partij door Jelle Wiering zelf, en de beoordeling van de stelling heen en weer ging als de beat van een gemiddeld top 40 nummer. Een “stabiel puntje”…
Bord 5. Ik zie het voor me: Erwin komt aan bij zijn tafel op het Tata Steel en schudt zijn tegenstander, Abdusattorov, de hand. Die kijkt hem wat nadenkend aan en zegt met een Oezbeeks accent: “l’Ami? l’Ami….? Are you….. ?” Erwin knikt, genoegzaam en met een tikkeltje trots antwoord hij: “Yes, I am the brother of Martijn”. Het bord van Martijn deed deze avond denken aan de binnenstad van Leiden: louter eenrichtingsverkeer. En Martijn was degene die reed.
Aan bord 6 probeerde ik zelf een met aan zekerheid grenzend komende koningsaanval in te schatten. En toen die alsnog als verassing kwam was het zelfvertrouwen bij beide spelers al ver te zoeken. Ik had op zet 6 al een blundertje gemaakt, die de tegenstander over het hoofd zag. Het paardoffer op h7 van mijn tegenstander bleek ook niet echt goed te zijn. Het is nog 88 dagen te gaan tot Pasen, maar na een aantal fouten in tijdnood kozen we eieren voor ons geld.
Bas Verberne speelde vandaag aan bord 7 en moest een Pirc slechten. Als voormalig Pirc speler dacht ik dat hij wat lastigere zetten had kunnen spelen om tot een gunstige stelling te komen, maar ik had zelf problemen genoeg om dit verder uit te denken. Uiteindelijk stond er een degelijke remise achter zijn naam.
Last, but not least, Klaas Ouwens mocht zijn externe vertrouwen opvijzelen aan bord 8. Ook hier werd een degelijke pot gespeeld, waarbij Klaas in het eindspel een pion offerde en daardoor met zijn torens super actief werd, een stuk kon winnen en uiteindelijk ondekbaar mat zou gaan geven.
Een mooie 6-2 overwinning, waardoor we 1 punt achter staan op de koploper Oud-Zuylen. Drie keer raden wie er 11 februari bij ons op de pijnbank mogen komen liggen….