Het was zonnig toen uw verslaggever op zijn fiets stapte om de eerste KNSB wedstrijd, tegen Botwinnik 1, op de nieuwe mooie locatie te gaan spelen. Een paraplu leek niet nodig. Hij was nog niet halverwege en het water kwam met bakken uit de hemel. Beteuterd keek hij naar de buien alarm app op zijn telefoon en zag niets dat wees op een regenbui. Het was een voorbode voor het verloop van de middag achter het schaakbord. Tot halverwege de middag leek er geen vuiltje aan de lucht, maar plotseling werden we overvallen door een plensbui aan blunders. Die blunders kwamen nu juist niet uit de lucht vallen. Ze werden veroorzaakt door het onvermoeibaar zoeken naar mogelijkheden door de spelers van Botwinnik.
Ed Oosterlaken speelde met zwart tegen Thom Beeren. Al snel in de opening haalde Ed wat zetten door elkaar en werd de stelling gevaarlijk. Hij had de keus tussen het laffe f6 en een roekeloze 0-0. Ed koos voor het laatste en was kansloos tegen de koningsaanval van Thom.
Jelle Wiering legde met wit zijn tegenstander Rogier Zoun vanaf het begin al het vuur aan de schenen. Rogier raakte zelfs al vroeg een stuk kwijt. Je zou denken dat het daarmee gedaan was, maar Rogier pakte zijn enige kans door een koningsaanval op te zetten, waar Jelle zich toch wat door liet intimideren. Uiteindelijk kwam er een eindspel op het bord waarin Jelle een toren, paard en loper had tegen een dame en wat pionnen. Door een fraaie truuk wist Rogier een stuk te winnen en daarna was het afgelopen.
Selman Ercan kreeg met zwart een scherpe stelling tegen Maurice Manoch op het bord. Zoals we van Maurice gewend zijn, stortte hij zich op de konings-stelling van Selman en versmaadde de (schijn) stuk offers niet. Selman reageerde in eerste instantie goed en kwam wat beter te staan, maar in het eindspel kwam zijn koning in een ongelukkige positie, die Maurice handig uitbuitte.
Sten Goes wist tegen Arno van der Lubben met mooi concreet spel vanuit de opening een kwaliteit te veroveren. De nauwkeurigheid van het eerste deel kon Sten echter niet volhouden. Het voordeel dreigde een beetje weg te ebben, maar Sten wist zich te herpakken en de winst toch nog naar zich toe te trekken.
Marcel Schröer had met zwart tegen Max Kanbier een lekker systeem klaar liggen, waarmee hij in het middenspel duidelijk de overhand kreeg. Juist toen hij dacht dat er winst in het verschiet lag, had Max een onverwachte breek zet waarmee al zijn problemen werden opgelost. Daarna kwamen er weinig fatsoenlijke zetten meer uit de handen van Marcel en hij verloor.
Rolinde den Heijer was van Woerden de enige die een partij uit één stuk speelde. Nadat ze tegen Wilco Kort het centrum in handen had gekregen, werd de koningsvleugel langzaam opgerold. Het tegenspel van Wilco op de damevleugel was niet krachtig en kwam te laat. Toen een stuk verloren ging, gaf Wilco op.
Voor iemand die zo theoretisch onderlegd is als Jacco Lind, was het verrassend te zien hoe hij tegen Erik Middelkoop binnen de kortste keren verloren wist te staan. De ene na de andere pion ging verloren. Wonderlijk genoeg liet Wilco zich door een wanhopige koningsaanval en wat venijnige truukjes behoorlijk in de luren leggen en werd pardoes mat gezet.
Zoals gebruikelijk liet Bas Jansen zich tegen Julian Oskam niet hinderen door enige theoretische kennis. Toen we hem achteraf vertelden dat hij de ruilvariant van het Spaan had gespeeld was zijn antwoord: “Nou, dat was dan in ieder geval een variant”. Het leek een tijdje goed te gaan met Bas, maar dat was optisch bedrog. Hij was flink in de problemen gekomen door een latentde mat dreiging die hij niet goed wist te pareren.
Woerden 1 verliest dus met 5-3 van Botwinnik 1. Het voelde als een pijnlijke nederlaag, omdat we het gevoel hadden dat we er meer van hadden kunnen maken.