Afgelopen zaterdag toog Woerden twee naar Voorschoten om daar tegen het derde van SV Voorschoten te spelen. In de auto had ik Michiel (die voor het eerst inviel in het tweede) en Hans (die voor het eerst op het eerste bord speelde) nog heel erg laten schrikken doordat ik Voorschoten en Voorthuizen (waar ze óók een Schoolstraat hebben) door elkaar haalde. Bij voorbaat werden alle mogelijke tegenvallende resultaten aan mij toegeschreven. Maar Hans had ons keurig naar Voorschoten gebracht waar we bibberend en glibberend de speelruimte van de tegenstanders bereikten.
Duurde mijn partij de vorige ronde het langst, deze keer was ik met wit als eerste klaar. Mijn tegenstander dacht ‘Kom, laat ik eens lang rocheren in een Italiaan.’, maar speelde verder zo slap, dat ik op 13e zet een onaantastbare toren op f7 had staan en hij op de 20e zet op kon geven.
Niet veel later was de partij naast mij op het achtste bord van Michiel Somers klaar. Zijn tegenstander was op de fiets vanuit Katwijk gekomen, alle ijzel en kou trotserend. ‘Dan moet hij wel een liefhebber van het spel zijn.’ dacht Michiel. Niets bleek minder waar: loper naar f4 op zet twee en koelbloedig (de verwarming stond uit) creëerde Michiel in zijn eigen stelling een dubbelpion, met compensatie. Uiteindelijk bleek die compensatie toch tegen te vallen en werd het remiseaanbod aangenomen.
Op dat moment zat Olivier Huizer breed glunderend achter zijn bord. In een Russische opening won hij een tempootje en kwam met een paard op f5. En wat doe je met een paard op f5? Juist, die wil naar g7. Het offer bleek correct. Ook een verrassend tegenoffer kon daar niets aan veranderen. Na het nodige vuurwerk raakte de tegenstander het spoor volledig bijster en liet hij zich pardoes mat zetten. Met de dame. Op g7. Dat was een prettig partijtje voor Olivier.
Hoe anders verging het Hans Tuit, hij had juist een partij om snel te vergeten. Zijn tegenstander koos voor de Caro-Kann en de computer beoordeelde de stelling al snel met -3. Na wat zwakke zetten werd het plotseling +3 voor Hans. De aanval zag er mooi uit met paard, toren en dame. Achter het bord en tijdens de analyse viel de winst echter niet te vinden. Na wat zwakke zetten bloedde de aanval dood. In een al verloren stelling ging Hans uiteindelijk door zijn vlag.
Leen de Jong was ons zorgenkind. De dag daarvoor was hij gevallen en had hij een grote bult op zijn hoofd en een akelig dikke blauwe hand. Als dat maar goed zou gaan! Hij speelde met zwart aan bord twee en het spel verliep geleidelijk van iets minder naar steeds wat beter. Rond de 30e zet vergat hij echter om door te pakken. Nu kwam er een afwikkeling op het bord waarin niets meer te beleven viel waarna de vrede getekend werd.
Annie de Jong pakte van begin af aan wél goed door. Ze kwam uitstekend uit de opening en kwam door een combinatie een stuk voor. Maar nog belangrijker was de vrijpion op de b-lijn die ze had weten te maken. Die was niet meer te stoppen en zo was het punt binnen.
Hans van Steijn kwam lekker uit de opening met veel ruimte en initiatief. In het middenspel koos hij voor een afwikkeling van het eindspel waarbij hij het loperpaar had met een ietwat verzwakte pionnenstructuur. Toen hij ongelukkigerwijs een pion kwijtraakte, ontstond er uiteindelijk een eindspel met ongelijke lopers. Hij moest hard werken om de twee aangesloten vrije pionnen van zijn tegenstander tegenhouden. Maar dat lukte en dus werd het remise.
Ten slotte was het het wachten op Henk de Heer. Duurde zijn partij de vorige ronde het kortst, deze keer was hij met zwart als laatste klaar. Het toreneindspel van toren plus twee pionnen tegen toren alleen was theoretisch gewonnen, maar zat vol valkuilen. Henk wist ze allemaal te omzeilen, het klopte allemaal net.