Was het maar vast november 2024. Dan kan ik vast weer juichende verslagen schrijven over de schitterende overwinningen van ons prachtige Woerden 2. Maar zoals het er nu naar uitziet, hebben we nog vijf héél zure appels voor de boeg.
Zaterdag 4 november speelden wij (gemiddelde rating 1773) tegen Het Witte Paard Haarlem 2 (gemiddelde rating 1991). En zoals te doen gebruikelijk, was ik weer als eerste klaar. Nu weet ik best dat mijn tegenstander een stuk sterker was dan ik. Dat het te verwachten was dat ik dan dus ook verloor. Maar waarom speel ik tegen zo iemand zo idioot veel slechter dan ik normaliter doe? In de opening knullig een pion kwijtgeraakt, zonder enige compensatie. In het middenspel nog een pion en een stelling. Het was om te huilen. Gauw vergeten die handel.
Niet veel later was Leen de Jong klaar. Met wit spelend kwam er een bekende variant van de Tarrasch op het bord, waar hij na het einde van zijn theorie werd weggespeeld. Nog voor de 20e zet was pionverlies een feit. Maar…. dat bleek meteen ook het einde van de problemen! De witte stukken stonden nu een stuk beter en er was voldoende compensatie voor de pion. Het remiseaanbod van zwart werd dan ook geaccepteerd.
Sjaak Oosterlaken dacht in een Grünfeld-Indische opening de pion op b7 te ‘schijnofferen’. De toren zou opgesloten raken en hij meende een kwaliteit te winnen. Maar zijn opponent zag het beter en Sjaak bleef de pion achter en kwam ook niet meer onder de druk uit. Wit kon afwikkelen naar een eindspel met twee pluspionnen en enkele zetten na de eerste tijdcontrole werd de zwarte koning omgelegd.
Bij Hans van Steijn leek de opening evenwichtig te verlopen. Zijn tegenstander offerde een pion voor stuk activiteit. Op een bepaald moment kon Hans een pion terug offeren om één van de sterkste stukken af te ruilen en een open h-lijn te creëren. Het was een lastige stelling en het leek erop dat hij prima stond. Maar na een tactische afwikkeling en een stil tussenzetje verloor hij een stuk. Hij probeerde – tegen beter weten in – dingen gecompliceerd te maken door nog meer materiaal te offeren. Helaas werden alle pogingen gepareerd en moest hij opgeven.
Met Henk de Heer ging het ondertussen best aardig. Na wat theoretische schermutselingen gaf zijn tegenstander een pion weg. Toen Henk een tweede won stond hij gewonnen. Maar hij heeft het niet af kunnen maken en dus werd het remise.
Julien Rentrop kreeg een zeer spannende partij op het bord, met complexe posities waarin beide spelers op de aanval speelden. Jammer genoeg raakte hij in tijdnood en speelde zijn laatste zetten op de 30 seconden increment. Daar ging hij helaas de fout in. Later bleek in de analyse dat het mogelijk was geweest om af te wikkelen naar een toreneindspel met gelijk of licht voordeel. Maar in de partij kwam hij een stuk achter te staan en moest opgeven.
Als invaller voor Annie moest Mark Pieterse natuurlijk alles geven tegen een sterke tegenstander en gelukkig haalde die in de opening wat zetten door elkaar zodat Mark snel prettig spel had. Na een iets te opportunistische zet in een ongeveer gelijke stelling wist hij een pion voor te komen. Helaas koos hij ervoor om de pion net even te ver op te spelen waardoor de kans op een overwinning heel klein werd. Uiteindelijk op het laatst inderdaad te klein maar remise was een mooi resultaat.
Na zeven partijen hadden we dus anderhalve punt, een halfje meer dan in de eerste ronde na acht partijen. Maar… Chris Klaassen bleek een held!
In de Löwenthal variant van het Siciliaans speelde hij met wit een ongebruikelijke voortzetting. In het middenspel kon hij met een toren via de open h-lijn de zwarte dame opjagen en op koningsaanval spelen. Zwart koos voor dame ruil, waarna hij zijn loper middels een penning verloor. In het eindspel van twee torens, een loper en drie pionnen tegen twee torens en vier pionnen duurde het tot de 63ste zet voor zwart zich gewonnen gaf.
Man of the Match Chris Klaassen: