Woerden 1 had tot nu toe alle wedstrijden in de hoofdklasse gewonnen, maar voelde de hete adem van DBC in haar nek. DBC had slechts één steek laten vallen, een nederlaag tegen De Rode Loper, nota bene de tegenstander van Woerden deze avond. Oppassen geblazen dus! Met winst op De Rode Loper zou Woerden een hele grote stap zetten richting het kampioenschap. Vanwege de voorsprong op bordpunten, zou Woerden bij winst met 6,5 punt of meer zichzelf zelfs al één ronde voor het einde kampioen mogen noemen. Voor De Rode Loper stond er niets meer op het spel. Ze hadden afgesproken lekker vrijuit te gaan spelen. Dat merkten we, er kwamen veel leuke scherpe stellingen op het bord.
Marcel Schröer had met zwart in de opening tegen naamgenoot Marcel Scholten het een en ander door elkaar gehaald. Aan het einde van die fase was zijn stelling niet te benijden. De Woerdense speler begon dan maar een koningsaanval. Daar werd niet veel tegenover gezet. Dat maakte het spel nogal eenzijdig en de Woerdense Marcel won gemakkelijk.
De stand werd gelijk getrokken door Nonso Ezeoke van De Rode Loper. Nonso had met zwart tegen het al te voorzichtige spel van Leen de Jong kordaat het centrum in handen genomen. Leen werd helemaal naar achteren gedrongen en het eindspel dat daarna ontstond zag er niet lekker uit. Leen verzuchtte na afloop van de partij: “Ik werd gewoon kansloos weggespeeld.”
De volgende die een punt noteerde was Olger van Dongen. Hij had met zwart tegen Jesse van den Hof een variant op het bord gekregen die hij al eerder was tegengekomen. Destijds was dat verkeerd afgelopen, maar nu was Olger beter voorbereid. Hij startte een beslissende koningsaanval en joeg de witte koning over het bord.
Sten Goes had tegen Thom Zwamborn na een ingewikkelde manoeuvreer fase zijn stukken in stelling gebracht voor een aanval op de zwarte koning. Deze keer toonde Sten met een mooie terugzet met zijn loper voldoende geduld en liet de druk op Thom’s stelling. Even later was de tijd wel rijp voor actie. Er volgde een korte tactische fase waarin Sten de betere rekenaar bleek.
In de overige partijen begon de tijd te dringen. Rolinde den Heijer had een hele moeilijke partij tegen Henk Dissel. Het kostte haar veel tijd om de boel nog een beetje onder controle te houden. Henk had een koningsindisch-achtige aanval kunnen starten, maar zette die niet op de klassieke wijze door. Met nog maar weinig tijd op haar klok laveerde Rolinde beter door alle complicaties en wist de partij te winnen.
Jacco Lind liet zich door Jan Prins niet verrassen door een zijvariant. Het werd een harde strijd waarin Jacco met zijn stukken het centrum van Jan Prins onder vuur nam. In eerste instantie ging dat goed, later werd de stelling scherp en onduidelijk. Jan Prins kreeg het centrum in handen. Jacco had twee vervaarlijke vrijpionnen op de damevleugel. De complicaties groeiden Jan boven het hoofd. In een stelling die aan het verkruimelen was, ging hij door zijn vlag.
Bas Verberne pakte de opening tegen Jeroen Weelink agressief aan. Hij offerde een pion voor dominantie in het centrum. Hij had zeker genoeg compensatie voor de pion. Jeroen wist uiteindelijk de druk niet meer te weerstaan en moest een kwaliteit geven voor een pion. Helaas voor Bas bleef er een compacte stelling over met alleen pionnen op de koningsvleugel. Hij wist daar niet doorheen te breken en daarmee was de remise een feit.
Daarmee was het 5,5-1,5 voor Woerden en was alleen de Partij van Selman Ercan tegen Arend van de Lagemaat nog bezig. Na een middenspel met taktische grapjes over en weer had Selman een pion weten te veroveren en later nog eentje. Even later was de materiaal verhouding weer anders. Selman had een toren plus drie pionnen tegen twee stukken. Ook die stelling wist Selman goed uit te spelen en. Racht het punt naar Woerden.
Daarmee had Woerden de 6,5 te pakken en kon het kampioensfeest al een ronde voor het einde beginnen.