We kunnen het gerust het godswonder van Het Baken noemen dat Woerden niet met 6-2 heeft gewonnen. Zowel Klaas Ouwens, Mark Pieterse als Henk de Heer hadden stellingen die een eigen paragraaf in het standaardwerk “Ik heb nog nooit zo gewonnen gestaan” verdienden.
Of moeten wij toch de oorzaak elders zoeken?
Zo gewonnen waren die stellingen nu ook weer niet, anders hadden onze tegenstanders ons niet zoveel problemen kunnen voorleggen dat wij eronder bezweken. Cor van Wijgerden vroeg in dergelijke situaties altijd: “Win je deze stelling ook van Kasparov?” Dat is pas echt een gewonnen stelling. In de fase dat de spanning op het bord opliep, lieten wij ons gewoon de kaas van het brood eten. De spelers van Amersfoort waren keigoed in het overnemen van het initiatief.
Jelle heeft na de openingsfase ons nooit de illusie gegeven dat hij veel in de melk te brokkelen had en moest als eerste de koning omleggen.
Ed Oosterlaken en ik hielden ons met zwart met hangen en wurgen staande.
Was het dan alleen maar kommer en kwel?
Nee, er waren twee spelers die zich ver boven de andere verhieven. Hoe vaak hebben wij in onze verslagen de openingsbenadering van Bas Jansen al niet geroemd. Niet geremd door al te veel theoretische kennis speelt hij fris en fruitig gezonde zetten in scherpe theoretische varianten. “Als je maar gezonde zetten blijft doen kun je toch nooit slecht staan,” is zijn devies. Ook deze keer werd het tegendeel niet bewezen. Bas won een mooie partij.
Selman speelde een onberispelijke partij. Hij toonde haarfijn aan dat f5 niet gespeeld dient te worden in een stelling waarvan het centrum nog niet op slot was gegaan. Hij opende de stelling en zijn tegenstandster moest in arren moede lang rokeren. Daar plaatste Selman een venijnige aanval en maakte het met een fraaie slotcombinatie af.
Al met al een terechte 3-5 nederlaag tegen het op papier gelijkwaardige Amersfoort. Volgende keer beter.