Veenendaal maatje te groot voor Woerden

In de tweede ronde van de KNSB competitie kwam Veenendaal 1 op bezoek en ook nog eens in de sterkst mogelijke opstelling. Dat zou dat een hele pittige middag worden. Maar daarvoor waren we ook naar de tweede klasse gepromoveerd. Al dat winnen is slecht voor je karakter.

Op bord 1 moest Sten Goes het met zwart opnemen tegen Mees van Osch. De zetten van wit kwamen met zo’n vlotte vanzelfsprekendheid uit de handen Mees dat wij hier toch wel enige voorbereiding menen te ontwaren. Sten had daar geen goed antwoord op. De f- en g-pion kwamen vervaarlijk opzetten en de stelling van Sten werd daardoor platgewalst.

Op bord 2 werd Selman Ercan met wit geconfronteerd met een wel heel frivole openingsbehandeling van Joost Offringa. Alle pionnen verzamelen en naar voren stormen, was het devies. Het leek erop dat Selman toch wel gebruik moest kunnen maken van alle zwaktes in de zwarte stelling en de open koningspositie. Maar dat liep toch anders. Vanaf een zet of 15 zagen we dat zwart steeds meer controle over het bord kreeg en na verloop van tijd was het initiatief geheel aan zwart. Dat wist Selman niet te houden.

Op bord 3 speelde Sofia Moskalets met zwart tegen Etienne Goudriaan. Zoals we van deze markante schaker gewend zijn brengt Etienne zijn tijd bij voorkeur al keuvelend door met andere schakers in de zaal. Op het bord wist hij niet veel klaar te maken. Sofia had een comfortabele stelling weten te bereiken en er leek geen vuiltje aan de lucht. Op een cruciaal moment Offerde Etienne een kwaliteit, de enige zet waarmee wit de stelling nog in evenwicht hield. Daarna was het kompleet gelijk, maar met vernuftig spel wist wit toch nog wat dreigingen in de stelling te weven. Sofia greep mis en daarna was het snel over.

Hier speelde Etienne Goudriaan de beste zet : Txe5!

Op bord 4 kwam Rolinde den Heijer met wit lekker uit de opening en maakte zich op voor een spannende aanvalspartij met strijd op beide flanken. Eén onnauwkeurige zet heeft in zo’n stelling al gauw desastreuze gevolgen en zo was het ook deze keer. Het tijdelijk bedoelde pionoffer pakte helemaal verkeerd uit en Rolinde verloor.

Op bord 5 werd Jacco met zwart door Tijmen Kampman al snel bij de keel gegrepen met een heel thematische koningsaanval. Ondergetekende zou direct peentjes gaan zweten maar Jacco bleef koel. Hij telde de stukken in de verdediging (2) en het aantal stukken in de aanval (3). Dat was niet genoeg om je zorgen om te maken. Jacco kreeg daarbij gelijk en kwam prima te staan. Het eindspel golfde daarna wat heen en weer. Uiteindelijk was een pion extra niet voldoende voor Jacco om er meer uit te halen dan een halfje.

foto: Bas Jansen

Op bord 6 wist Bas Jansen niet goed raad met de Caro-Kann van John Cornelisse. Vooral de loperruil die Bas aanbood deed zijn tegenstander bijna van zijn stoel vallen van verbazing. Daarna startte Bas met een vrij kansloze koningsaanval die uiteindelijk zich tegen hem keerde. Bas verloor.

Op bord 7 kreeg Marcel Schröer een onschuldig variantje in de Caro-Kann voorgeschoteld. Marcel haalde snel de angel uit de stelling en kwam prettig te staan. Na een zet of 20 heel prettig zelfs. Marcel won een pion, maar was daarna niet nauwkeurig genoeg om de pion ook te behouden. Daarna werd het een gelijk eindspel waarin het evenwicht nooit beslissend verstoord werd. Met twee kale koningen op het bord werd het remise.

foto: Jelle Wiering

Op bord 8 deed Olger van Donk met wit tegen Erik van den Dikkenberg dingen in de opening die mij een beetje pijn aan de ogen deden. Nu schijnt Olger altijd een beetje aangeharkt te moeten staan om zijn schaaktalent tot volle wasdom te laten komen. De stelling werd uiterst scherp. Wellicht hebben beide spelers kansen gehad. Olger was degene die het beste uit de strijd kwam. In de beperkte tijd die over was bleek dat niet genoeg voor de winst. Ook hier werd het remise.

Daarmee werd het 6,5-1,5. Voor de details zie: https://knsb.netstand.nl/pairings/view/17170

Geef een reactie